Beste bruine kroegen van Amsterdam
Plakkerige vloerplanken, stoffige tafelkleedjes en redelijk geprijsde biertjes? Zet er drie Cityguys op een barkruk (met een jenever ernaast) en we begrijpen wel waarom het bruine café een monumentale status moet krijgen. In de onderstaande bruine barren en café's voel je jezelf even een échte Amsterdammer - al kom je gewoon uit Roelofarendsveen of Lopik ofzo.
Café ‘t Papeneiland
Het gerucht doet de ronde dat Steven stiekem een tunnel heeft laten graven van zijn huis naar de kelder van ’t Papeneiland om altijd als eerste aan de bar te kunnen zitten. Bij deze weerspreken we deze klinkklare kletspraat: hij woont er gewoon.
In de winter, in de zomer, na het werk, tijdens het werk; we kunnen eigenlijk geen moment in het jaar verzinnen dat het geen geweldig idee is om een vaasje of tachtien te drinken op de hoek van de Prinsen- en Brouwersgracht. Bij Cafe ’t Papeneiland is het iconisch kloeken.
Mochten wij alle barkrukken bij Papi Island bezet houden: bij De Oranjerie om de hoek doet de tap het ook uitstekend.
Café de Sluyswacht
In De Sluyswacht verbrand je heerlijk je gehemelte door een kaassoufflé of een Vlammetje, om ’t vervolgens achteloos weg te spoelen met een ijskoude Hertog Jan. Is dit idyllische café aan het water de ideale borrelplek van de stad?
Mogelijkerwijs. Met een terras aan voor- en achterkant zit je altijd met je giechel in het zonnetje, het personeel is vliegensvlug en de bloedgroep du employée is Salmari. Knappe kop die een completer bruin etablissement kan benoemen.
Wel irritant: altijd als wij met onze afgetrainde lijven plaatsnemen op het terras van De Sluijs worden we meteen van alle kanten op de foto gezet.
Oké, het kan ook zijn omdat de Sluyswacht het meest schattige pandje aan de Amsterdamse grachten is, maar dat zullen we natuurlijk nooit toegeven.
Café de Wetering
Soms ben je al vijftien keer in een week naar Cafe Brecht geweest en heeft het barpersoneel het een beetje met je gehad. Dan sluip je het Spiegelkwartier in voor een van de meest sympathieke hoekcafé’s van de stad: Cafe de Wetering.
Bij binnenkomst krijg je hier steevast een aantal achterdochtige blikken van de vaste gasten aan de bar. Hipster- en toeristenvolk moeten zich altijd even bewijzen. Als je dan vol overtuiging “twee vaassies” bestelt verdwijnt deze argwaan overigens direct als bier voor JP.
Als het hier niet altijd zo bloedheet was (door die open haard bovenin) zouden we hier het liefst elke avond staan.
Louis Bar
I don't go always helemaal to the klote, but wanneer I do it loops helemaal out the hand.
Louis Bar (dus niet Louie Louie, of Bar Louis) op de Wallen heeft ons mantra vol trots aan de muur hangen. Deze zaak is ons toevluchtsoord voor een snelle vaas of een hele jenever- en likeurentasting. Van American Oak Peated Oude Jenever van Zuidam tot gewoon een Scheepsjenever -- die dan uiteraard met Mokumse tegenzin wordt ingeschonken.
Grote kans dat je ons hier op week- en weekenddagen tegenkomt, maar kijk niet raar op als we hier ook op feestdagen aan de bar geplakt zitten.
Café Chris
Zelfs als iedereen en z’n buurvrouw staat te pilsen aan de bar van Cafe Chris, wordt er nog ruimte gemaakt voor een of andere grote kerel met een oranje krulsnor. Kijk, dan hoor je in dit artikel.
Het verhaal gaat dat bouwvakkers die aan de nabijgelegen Westertoren werkten hun loon in dit cafe kwamen ophalen. Broodje aap of regelrechte historie? Hoe dan ook: wij komen onze zwaar verdiende centen hier graag uitgeven. Zéker als Philippe achter de bar staat.
Café Chris
- Bloemstraat 42, Amsterdam
Café Chris opende zijn deuren in 1624 als “bierhuis” en is daarmee het oudste café in de Jordaan. Al claimen wel meer etablissementen die felbegeerde naam.
De Twee Zwaantjes
Inmiddels hebben we hier zoveel avonturen beleefd dat het geen toeval meer kan zijn. Al zijn wij uiteraard de gemene deler in de chaos: De Twee Zwaantjes haalt het beste/slechtste in je naar boven.
Dit café heeft alles wat een toeristenhartje begeert (pittoreske gracht, Anne Frank-huis aan de overkant en het Tulpenmuseum als brave buur), maar toch weet De Twee Zwaantjes oneindig Amsterdams te blijven. Zelfs met Bavaria op de tap. Da’s knap.